Ik twijfelde de hele ochtend of ik wel zou gaan.
Dankzij Trans Link Systems ( die van de OV-chipkaart ) mocht ik niet in de bus, want het pasje verloor zijn geldigheid op 1 maart.
Er staat nog geld op. Geen idee hoe je dat terug krijgt.
Moet ik weer naar het station fietsen en een half uur in de rij staan ?
Bij de chipknip ging het vrij makkelijk :
Ze storten het geld gewoon terug op je bankrekening.
Ik ging dus op de fiets. Ik reed als een kip zonder kop, maar toch kwam ik nog redelijk op tijd bij het revalidatiecentrum.
Maar dat centrum is groot.
Ergens aan het einde van een lange gang was het zwembad.
Ze waren het net aan het verbouwen.
U mag hier niet naar binnen, zei een bouwvakker. U wordt zometeen opgehaald.
Ik ging zitten op een stoeltje aan de muur. De klok gaf aan dat er al een kwartier voorbij was.
Ik twijfelde tussen opstaan en weglopen, of nog even een stukje verder de gang in.
Ik koos voor het laatste.
Er kwam iemand naar buiten die vragend mijn naam uitsprak.
Ik had u net ook al gezien ?
We zijn aan het verbouwen.
Je moet via de kleedkamer naar binnen.
U kunt uw spullen eventueel in dit kastje stoppen.
Het kost 1 euro.
In het ziekenhuis zijn de kleedkamers 1-persoons en gaat de deur op slot.
In een revalidatiecentrum lever je naast je waardigheid ook je privacy in.
Mannen en vrouwen apart, dat wel.
Ik heb niks om me voor te schamen, maar ik doe het toch.
Ik wil snel mijn zwembroek aantrekken.
Het is moeilijk om niet te vallen.
Het was een klein bad.
5 Man, denk ik.
Ik had geen stok, en niks om me aan vast te houden. De fysiotherapeut pakte mijn arm.
Zijn collega pakte mijn andere arm.
Eerst douchen. Altijd eerst douchen, ik vergeet het ook steeds. Ah.
Durf je ?
Het leek me vrij makkelijk.
Het is geen gewoon zwembad.
Je kan er in staan en het water komt tot de rand. De bodem is van roestvrij staal en kan omhoog.
Een rooster zorgt dat het water niet over de rand loopt.
Je gaat er op zitten, zwaait je benen er over en dan zet je af.
Ik heb ooit uit een vliegtuig gesprongen.
Ik ben nergens bang voor.
O, ik kan niet meer zwemmen.
Ik kan bijna niet meer lopen en de laatste tijd kom ik met moeite weg op mijn fiets, maar ik in mijn gedachten kon ik nog gewoon zwemmen.
Niemand ziet je tranen in het zwembad.
Zonder zwaartekracht en zonder pedalen ga ik met gestrekte benen op mijn tenen staan.
De fysiotherapeut gaf me een langwerpig stuk schuim dat ik onder mijn lichaam kon schuiven, zodat mijn benen niet constant naar beneden zakten.
Op zich lig je wel mooi in het water, zei hij.
Toen ik naar mijn fiets liep, zei iemand hoi. Ik dacht dat ik haar gezicht herkende. Misschien was het een uitnodiging voor een gesprek, maar ik liep in gedachten verzonken door.
Leave a Reply