Liefdadigheid

Ik las net iets over bekende Nederlanders die veel aan liefdadigheid doen.
( als ik veel lezers wil, moet ik het zo doen : iedereen afzeiken à la Joep van het Hek, maar niks over mezelf vertellen )
Ik denk zelf dat bekende Nederlanders geen betere of slechtere mensen zijn dan Nederlanders waar je nog nooit van gehoord hebt.
Ze hebben alleen bijna permanent een camera aan hun kont hangen, en daardoor krijg je vanzelf wat zelfcensuur.
Ik schrijf nu maar vast op wat ik aan liefdadigheid doe, dan kan niemand mij achteraf verwijten dat ik mijzelf mooier probeer voor te stellen dan ik ben.
Ik ben erg lief, dadig ben ik een stuk minder.
Vrouwen zijn van nature een stuk liefdadiger dan mannen.
Aan de andere kant zijn mannen weer gevoeliger voor aantrekkelijke collectantes.
Mijn 56 jarige vriendin ( die ik trouwens zelf wel heel mooi vond ) haalde lang niet zoveel geld op voor de dierenbescherming als het 25 jarige meisje waarmee ze zich tegelijk had opgegeven als vrijwilliger.
Ik ben een “altijd prijs” target voor collectanten. Ik kan geen nee zeggen.
Wat niet wil zeggen dat ik een enorm bevlogen mens ben, integendeel.
Ik ging een keer naar de Makro, voor ruitensproeiervloeistof.
Alleen al vanwege het totaal ontbreken van verkopers ( ze hebben alleen vakkenvullers en cassieres ) vind ik het een heerlijke winkel.
En daar stonden 2 jonge mensen in het gangpad, met een stapeltje folders en felgekleurde hesjes van Unicef.
In haar oneindige wijsheid had de leiding van de SteenkolenHandelsVereniging bedacht dat het geen cent kost om liefdadigheidsinstellingen een tijdelijk plekje te geven in de brede gangpaden van een van je winkels, en dat je er wel mee laat zien hoe maatschappelijk betrokken je bent.
Een jongen en een meisje.
De jongen sprak me aan.
Bingo, natuurlijk.
Ik kan geen nee zeggen, dus er wordt nu iedere maand 5 euro afgeschreven.
Ik schaamde me wel een beetje voor het lullige bedragje; op dat moment kon ik wel wat meer missen, maar nu ben ik werkloos, dus achteraf was het wel goed.
Het meisje sprak ook iemand aan, en werd afgesnauwd.
De mevrouw met het keurige kapsel en een kar vol Chinees textiel hield niet van bedelaars, liet ze het meisje weten.
Met een rood hoofd van plaatsvervangende schaamte liep ik de winkel in.
Het geld van mijn donatie is net genoeg om een kind in te enten, zodat het niet sterft. Ik hoop dat iemand anders nog ergens geld heeft liggen om het een leuk leven te geven.
Plan heeft me via radiospotjes overgehaald om wat te geven. Meisjes in ontwikkelingslanden. Ik kan me geen beter doel voorstellen om je geld in te pompen, vanwege het hefboomeffect.
Ik moet dat meisje in Vietnam nog een keer een brief schrijven, ze zit er al maanden op te wachten. Ik mag van Plan niets persoonlijks in die brief zetten, dus ze zal nooit begrijpen waarom andere kinderen al wel een brief gehad hebben, en zij niet.
Ik ben een soort vergiet voor geld.
Geef mij een ton, en binnen een week is het op.
Aan al mijn projecten, aan alle mensen waar ik geen nee tegen kan zeggen of die niet weten waar ze het vandaan moeten halen, terwijl ik het in mijn zak heb.
Nee ik ben niet failliet.
Veel mensen doen als toerist aan een soort onwikkelingshulp, maar daar doe ik al jaren niet aan mee.
De armste plek waar ik ooit geweest ben was Londonderry, de laatste vakantie was 10 jaar geleden.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *